De lastigheid van (eigen) grenzen

Hoe je het ook wendt of keert, iedereen gaat wel eens in min of meerdere mate over zijn eigen grenzen heen. Dat overkomt ook Ellis van Schaik, vertrouwenspersoon en trainer bij het LIVP. Bijvoorbeeld als ze haar buurvrouw tegenkomt op straat die nogal langdradig van stof is. Het liefst rent ze weg, maar het volgende moment staat ze toch vrolijk met haar te praten. Hoe kan dat? En welke tools heb je hierin als vertrouwenspersoon richting klager of melder? In dit blog lees je er meer over.

Wat maakt dat we niks zeggen?
In mijn rol als vertrouwenspersoon merk ik dat het eigenlijk altijd over grenzen gaat. Iemand is op een voor hem of haar onplezierige manier aangeraakt of voor de derde keer onderbroken in een vergadering. Diegene is geïrriteerd, maar zegt niets. Waarom niet?
Als een klager of een melder bij mij als vertrouwenspersoon komt, probeer ik te begrijpen wat er precies is gebeurd en wat het moment was dat iemand over zijn of haar grenzen ging. De meeste mensen voelen dat moment namelijk nog fysiek in hun lijf. En meestal is het iets geweest wat buiten henzelf lag: iets wat iemand zei, de toon waarop iemand iets zei of een gebaar dat iemand maakte. Die trigger ga ik onderzoeken: wat dacht je daar, hoe voelt dat en wat zie ik je daar doen? Als iemand over zijn grenzen is gegaan, zul je zien dat daar een incongruentie zit. Dat noemen we een Burchtreactie: je bent er nog wel, maar je hebt de luiken eigenlijk al dichtgegooid.

Burchtreacties
We hebben een aantal Burchtreacties. De eerste is dat je je terugtrekt in jezelf, je gaat uit contact. Je kruipt als het ware in je burcht. De tweede is dat je in je hoofd schiet en het voorval probeert te vergoelijken of te beredeneren. Een derde burchtreactie is dat je zegeltjes gaat plakken: er gebeurt iets maar het is net niet erg genoeg om er iets van te zeggen. Je zegt dus niks, maar plakt een zegeltje. En als de kaart vol geplakt is, lever je die in bij degene aan wie je je irriteert, door alle frustratie eruit te gooien. Tot slot hebben we de weg-lachers: er gebeurt iets wat je niet ok vindt, maar toch lach je mee, omdat je bang bent dat je de volgende keer zelf het onderwerp van gesprek bent of buiten de groep valt.

Angst en verlangen
Hoe dit kan? In mijn beleving is het waar dat hier altijd angst en verlangen onder zit. Als iemand niets zegt als hij voor de zoveelste keer wordt onderbroken tijdens een vergadering, kan dat zijn omdat diegene bang is om er niet meer bij te horen. En dan is het verlangen misschien wel zelfbehoud of behoud van harmonie. Voor mij zijn dat hele goede redenen om in je burcht te blijven zitten. En ik ben dan ook de laatste die zegt dat iemand zijn mond had moeten opentrekken toen hij werd onderbroken.

Wat had je willen zeggen?
Voor vertrouwenspersonen is het heel belangrijk om nieuwsgierig te zijn waarom iemand uit een conflict wil blijven. Wat is de angst en wat het verlangen? Dit proces draagt heel erg bij aan de bewustwording van de klager of de melder zelf. En als die bewustwording er is, kun je de klager of de melder uitdagen om na te denken over wat diegene graag had willen doen of had willen zeggen tegen de veroorzaker. Ik ga dan op zoek naar de zin die de klager of melder zou kunnen zeggen tegen hem of haar: ‘Als jij X doet, dan voel ik mij X of heb ik het gevoel dat X.
De kans is natuurlijk groot dat dat nog een beetje gekleurd is en er een vleugje oordeel in zit: ‘Als jij met je arrogante hoofd op je hoge poten die dingen op mijn bureau neerploft…’ Dat proberen we eruit te halen: ‘Als jij op deze manier de dossiers op mijn bureau legt, dan voel ik mij….’ Hier gaan we op zoek naar de pijn. Iedereen is wel gevoelig voor iets, maar het zoeken naar pijn hebben we veelal afgeleerd. Ik hoor wel vaak het effect van die pijn: boosheid of frustratie. Maar wat is de pijn? Waar wordt iemand geraakt? Dat kun je kernthema’s noemen: iemand voelt zich niet gezien, niet gehoord, niet gewaardeerd, niet belangrijk, gekleineerd, niet op waarde geschat. Iemand toont boosheid, maar is eigenlijk bang of bedroefd.

Bewustwording
Als je dit eenmaal weet, kun je kijken naar de opties. Wil de klager of melder als nog in gesprek met de veroorzaker? En als er dan nog ruimte is voor een dialoog, dan heb je iemand als het ware een extra optie gegeven om zich uit te spreken: Als jij X doet, dan voel ik mij… er niet toe doen, bijvoorbeeld. Over zulke uitspraken kun je namelijk niet twisten.
Het mooie van dit alles als vertrouwenspersoon: je hebt in iemands bewustzijn bijgedragen. Het is ok om in je burcht te zitten. Dat doen we allemaal. Maar is zo helpend als je dat bewust doet en als je dat niet wilt, dat je dan weet wat je te zeggen hebt. Die bewustwording en iemand bewapenen met woorden, is enorm helpend. Ik ben 48 en ik zit nog steeds regelmatig in mijn burcht. En dat is prima.

Ellis van Schaik, trainer bij het Landelijk Instituut Vertrouwenspersonen