Steeds meer bedrijven kiezen voor vertrouwenspersoon
In een interview door BNR werd afgelopen week aandacht besteed aan het aanstellen van vertrouwenspersonen. In een eerder bericht schreven wij dat steeds meer bedrijven een vertrouwenspersoon aanstellen sinds de opkomst van de #metoo-beweging. BNR ging in gesprek met Inge te Brake, bestuurslid LVV (Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen) en Gijs van Dijk, PvdA-kamerlid, over de toenemende vraag.
Bewustzijn onder bedrijven neemt toe
Volgens de LVV neemt het bewustzijn onder bedrijven toe. Naast een stijging van het aantal vertrouwenspersonen, is ook het aantal vertrouwenspersonen dat door bedrijven op cursus wordt gestuurd verdubbeld. Ook merkt de LVV dat er meer wordt gesproken over vertrouwenspersonen en dat het aantal bedrijven met vragen hierover toeneemt.
Vertrouwenspersoon wettelijk verplicht
Ondanks deze cijfers (uit een peiling van de LVV in november 2018) heeft lang niet iedere onderneming een vertrouwenspersoon in huis. Ongeveer 40-50% heeft geen vertrouwenspersoon om de simpele reden dat het niet wettelijk verplicht is. Om een veilige werkomgeving te creëren is het belangrijk dat medewerkers een veilige plek hebben waar zij terecht kunnen met meldingen over intimidatie en/of pesten. De LVV pleit er dan ook voor dat een vertrouwenspersoon verplicht wordt bij bedrijven met meer dan 50 medewerkers. Bedrijven met minder werknemers kunnen een extern vertrouwenspersoon aanstellen via de branchevereniging of een overeenkomst sluiten met een extern vertrouwenspersoon.
Aantal meldingen
Ook al zijn er meer vertrouwenspersonen actief, het aantal meldingen is niet toegenomen en blijft ongeveer gelijk. Volgens Inge te Brake komt dit doordat het enige tijd nodig heeft om nieuwe vertrouwenspersonen in een bedrijf te presenteren. Medewerkers moeten wel weten waar zij de vertrouwenspersoon kunnen vinden bij eventuele meldingen.
Wettelijke bescherming voor vertrouwenspersonen
Uit de peiling van de LVV blijkt dat werkgevers vertrouwenspersonen soms dwarsbomen als zij een slachtoffer van intimidatie binnen het bedrijf bijstaan. Hierdoor kan de vertrouwenspersoon zelf ook in de problemen komen. LVV pleit daarom al enige tijd voor een wettelijke bescherming. “Die bescherming is echt nodig,” vertelt Inge. “Mensen die een medewerker bijstaan bij bijvoorbeeld seksuele intimidatie, komen met meldingen over maatregelen die zij krijgen waarbij ze uit hun functie worden gezet als vertrouwenspersoon. Soms wordt er zelfs gedreigd met ontslag.” De wettelijke bescherming moet bestaan uit twee onderdelen. Allereerst moet een organisatie ervoor zorgen dat een vertrouwenspersoon aanwezig is. Daarnaast moet de vertrouwenspersoon ontslagbescherming krijgen, zodat hij/zij zich vrij voelt om medewerkers te helpen.
Intern of extern vertrouwenspersoon
Gijs van Dijk, PvdA-kamerlid, beaamt dat vertrouwenspersonen wettelijk beschermd moeten worden. “Het is goed dat meer bedrijven zich realiseren dat seksuele intimidatie of pesten ernstige zaken zijn en dat je daarvoor een vertrouwenspersoon moet hebben. Een extern vertrouwenspersoon kan voor veel mkb-bedrijven een uitkomst zijn. Intimidatie is al een moeilijk proces is. Een onafhankelijk persoon buiten de organisatie kan het makkelijker maken om je verhaal bij te doen”. Voor grotere bedrijven is een intern vertrouwenspersoon prima aan te stellen. “Al is het wel belangrijk dat de persoon een onafhankelijke functie heeft. Ook daarom is de wettelijke bescherming nodig,” aldus Gijs van Dijk. “Een vertrouwenspersoon moet stappen kunnen ondernemen in het bijstaan van een melder zonder dat zijn of haar eigen positie risico loopt. Ook in de OR hebben mensen een beschermde positie. Via de Arbowetgeving is dit makkelijk te regelen.”
Luister het interview op BNR Radio.