Interne of externe vertrouwenspersoon?
Bij het aanstellen van een vertrouwenspersoon kun je kiezen voor een interne of externe vertrouwenspersoon of een combinatie van beiden.
Historie
Voorheen zag je binnen organisaties, instellingen en het onderwijs regelmatig dat een medewerker aangesteld werd als vertrouwenspersoon. Deze persoon werd veelal aangewezen op basis van zijn toegankelijkheid en vermoedelijke competenties voor de functie. Daarnaast was het vaak een nevenfunctie naast zijn/haar bestaande werkzaamheden.
Naarmate het nut van de functie vertrouwenspersoon onderkend en binnen bepaalde sectoren verplicht gesteld werd is de omslag gekomen naar professionalisering. Aangestelde interne vertrouwenspersonen gingen op cursus en werden uitgerust voor het uitvoeren van de functie.
De interne vertrouwenspersoon kon optimaal zijn functie uitvoeren. Of toch niet?
Interne vertrouwenspersoon
Interne vertrouwenspersonen kunnen te maken krijgen met precaire situaties, mensen die zich niet bij hem/haar durven te melden, kan zijn onafhankelijkheid onder druk komen staan, oefent het management invloed uit e.d. of zit de interne vertrouwenspersoon bijvoorbeeld bij een vergadering waar ook de melder en/of dader aanwezig is.
Het voordeel van een interne vertrouwenspersoon is dat deze de organisatie kent evenals de bedrijfscultuur. Dat laatste kan ook nadelig uitwerken omdat de interne vertrouwenspersoon de gebruikelijke omgangsvormen als normaal is gaan ervaren en daardoor niet objectief kan beoordelen en signaleren.
Interne + externe vertrouwenspersoon
Waar voorheen organisaties kozen voor een interne vertrouwenspersoon zie je een tendens ontstaan naar een tussenvorm waarbij medewerkers ook een beroep kunnen doen op een externe vertrouwenspersoon. De organisatie biedt dan een interne vertrouwenspersoon + externe vertrouwenspersoon aan. De melder bepaalt dan zelf tot wie hij/zij zich wil richten.
Ook kan de organisatie besluiten enkel nog externe vertrouwenspersonen aan te wenden.
Externe vertrouwenspersoon
Een externe vertrouwenspersoon is onafhankelijk en objectief omdat deze geen binding heeft met de organisatie. Ook heeft een externe vertrouwenspersoon veel ervaring en kennis waardoor hij deskundig is op dit gebied. Daarnaast dient een, door het LVV, erkende vertrouwenspersoon voor behoud van zijn registratie de nodige bijscholing te volgen.
Meer over dit onderwerp
De Monitor – seksuele intimidatie op het werk over (seksule) intimidatie op het werk.
LVV – Werkgevers fluiten vertrouwenspersonen terug m.b.t. de rol van werkgevers.
De voorzitter van de LVV bij BNR-radio Leo ten Brink, voorzitter LVV.
De dienstverlening van het LIVP
Inhuren van een externe vertrouwenspersoon
Het Landelijk Instituut Vertrouwenspersonen biedt externe vertrouwenspersonen voor hulp aan slachtoffers bij ongewenst gedrag. Verder kunnen onze vertrouwenspersonen jou op andere manieren helpen de sociale veiligheid binnen je organisatie te verbeteren.
Het LIVP heeft o.a. een Landelijk netwerk vertrouwenspersonen.
Beleid ongewenste omgangsvormen
Binnen het arbeidsomstandighedenbeleid ben je als werkgever, vanuit de wet, verplicht aandacht te besteden aan de voorkoming van ‘psychosociale arbeidsbelasting’ (PSA). Als voorkomen niet mogelijk is, moet ongewenst gedrag zoveel mogelijk worden beperkt.
Het LIVP kan onderzoeken of het beleid van jouw organisatie voldoet aan de eisen van de wet. Neem contact met ons op.
Inventarisatie psychosociale arbeidsbelasting (PSA)
Elke werkgever is wettelijk verplicht psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voorkomen c.q. zoveel mogelijk te beperken.
Daarnaast heeft de werkgever vanuit, de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) de verplichting om -regelmatig- een PSA inventarisatie uit te (laten) voeren en te verwerken in een plan van aanpak (PVA).
Via PSAcheck.nl kan geïnventariseerd worden in hoeverre medewerkers PSA ervaren. In de basis gaat dat om pesten, agressie/geweld, discriminatie en (seksuele)intimidatie. Daarnaast kan de inventarisatie uitgebreid worden met de beleving over de arbeidsbelasting. Kortom: PSAcheck.nl biedt inzage in de beleving van medewerkers als het gaat om sociale veiligheid op de werkplek.
Klachtencommissie
Soms is het gedrag zo ernstig dat het nodig is een officiële klacht in te dienen bij een klachtencommissie. Dat kan ook nodig zijn als de afgesproken maatregelen niet worden genomen. Het bieden van deze mogelijkheid is een voorwaarde voor het beleid op ongewenste omgangsvormen. Het LIVP heeft een onafhankelijk en landelijk opererende klachtencommissie, zie klachtencommissie.nl – onafhankelijk en landelijke dekking
Integriteitsbeleid
Als een medewerker melding maakt van een misstand op het gebied van integriteit, is het belangrijk dit serieus te nemen. De ‘Wet Huis voor Klokkenluiders’ verplicht werkgevers met tenminste vijftig werknemers een procedure op te stellen voor het melden van (een vermoeden van) een misstand bij zijn werkgever. Het LIVP heeft mensen die opgeleid zijn tot vertrouwenspersoon integriteit en u kunnen adviseren over het integriteitsbeleid. Neem contact met ons op.
Opstellen van een gedragscode, MTO e.d.
Ook voor het opstellen van een gedragscode, het uitvoeren van een Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) en andere aanvullende diensten kunt u bij het LIVP terecht.